Hans Houkema

Dit was volgens Jan Koopmans een gevleugelde uitdrukking onder de oude kustvisserlui. Er werd volgens hem het volgende mee bedoeld: de scherpe steven snijdt de golf in; de vlot breder wordende boeg wordt dan door de golf getild, door de wat hogere boeisels van de zeepunter blijft het water onder de rand en door de puntige achterkant wordt de golf soepel afgewikkeld. Bij achterop komende golven zie je hetzelfde effect, omdat een punter eigenlijk een “tweepunter” is . . ..
Dubbel gereefd
Toen we in 2003 dubbel gereefd van Vlieland naar Cornwerderzand zeilden ( 32 km in 4 uur) merkten we dat vooral bij de geultjes die het wantij doorsneden de KP21 het water “bouwde”. Ook op het IJsselmeer voegde ze zich weer soepel naar alle malle golven. We zitten dan wel allebei aan de lage kant, zodat de punter niet gemakkelijk keihard op een verdwaalde dwarse golf kan klappen. Bij woelig water met een zeilstand van aan de wind tot ruime wind houden we die “kunstmatig scheve stand” aan. Bij voor de wind varen, vooral tegen de stroom in, heb ik het idee, dat het varen vlotter gaat als de punter niet scheef ligt. Het is overigens toch opmerkelijk hoeveel makkelijker een punter tegen de stroom op vaart vergeleken met een dieper stekend schip.