Boerenvaartuigen en hun vage verleden
N.G. van der Sigtenhorst
Uitgave van “de puntristische internationale” Niek schrijft het volgende over zeepunters:
Zeepunters in de recreatieve sfeer
De moderne plezierzeepunters zoals ze sinds plm. 1970 door Wildeboer worden gebouwd, wijken in een aantal opzichten af van hun voorgangers in de bedrijfssektor.
De eenvoudigste is de open zeepunter met alleen een bergluik vóór en bergruimte onder de stuurmansbank. Zo’n punter is doorgaans 7 á 7.40 m lang en 1.90 á 1.95 m breed. Hij staat ’t dichtst bij de historische typen die eveneens geheel open waren. Maar de vroegere bun ontbreekt en het vlak is verbreed. Boven het dubbele want aan de bovenkant dwarsgeklampte vlak, bevindt zich een uitneembare eiken of dennen buikdenning. De smalle zeezwaarden zijn ongeveer 1.70m lang. Bij alle typen zeepunterjachtjes verhoudt zich de grootste breedte op de stootrand zich tot de maximale vlakbreedte als ongeveer 3:2. Het vrij brede vlak – eventueel met wat ballast – redelijke stabiliteit en verblijfsaccomodatie. Het compenseert het verlies aan stabiliteit dat zou optreden wanneer men slechts de bun uit het oorspronkelijke vissersscheepje zou wegnemen. Het bredere vlak leidt bij gelijkblijvende valling der zijden tot een grotere maximumbreedte dan die van oude bedrijfszeepunters.
Ze ondergingen dus aanpassingen om aan recreatieve eisen te voldoen. Alle door Wildeboer gebouwde zeepunters bezitten op een enkele uitzondering na een gaffeltuig met kromme gaffel en losse broek boven de giek, een fok, een eventuele kluiver op een eventuele boegspriet, smalle zeezwaarden in lengte variërend van 1.65 tot meer dan 2 meter en hoge boeisels, op het breedste van de boot variërend van zo’n 40 tot 50 cm.
Voor Henks punter gelden nog grotere maten. De holte midscheeps loopt uiteen van ongeveer 65 cm tot 85 cm; ter hoogte van de mast kan deze bij punters van meer dan 8 meter wel 90 cm bedragen.
Het tuig kan overigens ook een spriettuig zijn: Hans Houkema liet omstreeks 1983 een sprietgetuigde open zeepunter bouwen waarin ideeën van enkele leden van de Werkgroep Historische Scheepsbouw van de IJsselacademie in Kampen waren verwerkt. Zijn punter is niet de grootste, maar wel één der fraaiste ooit door Wildeboer gebouwd.