Overstag

We hebben het in onze zeepunter zo ingericht, dat je heel handig alleen overstag kunt gaan: Alles zit onder handbereik en je kunt er een goede houding bij kiezen.

Hier de handleiding, de vervolgpagina’s nemen u stap voor stap mee overstag. Als er de ruimte voor is ga ik met de zeepunter “vertraagd” overstag.

1. De twee matrasjes waar ik tegenaan zit tijdens het zeilen leg ik voor de manoeuvre even vlak op de lage kistbank, waarop ik altijd zit te sturen.
2. De helmstok wordt vanuit de “zweefstand” iets achteruit geduwd, zodat hij in het “listig harkje” past. Hoe meer snelheid de punter heeft, hoe minder ver uit het midden. Hierdoor maakt de punter een ruime draai en heb je alle tijd voor de schoten en zwaardtalies.
3. Als de druk wat uit het grootzeil is: de grootschoot achter de andere pen en stevig doorzetten.
4. Op het moment dat de boot bijna in de wind ligt: het lijzwaard omhoog.
5. De lij-fokkeschoot uit de klem en – zonder echt de fok “bak” te houden – door de wind naar de andere kant laten duwen.
6. De fokkeschoot in de klem en meteen daarna:
7. Het zwaard laten vallen, zodat het zwaard op het diepste punt staat als het – door de winddruk in de zeilen – tegen het berghout wordt geduwd.
8. De twee matrasjes (bij weinig wind aan de lij-kant ) plooi ik comfortabel tegen het harde eikenhout.
9. De helmstok til ik uit het harkje en trek hem naar voren, zodat ik er in de “lage zweefstand” gemakkelijk mee kan sturen.
10. De halstalie (aan de halstalieverlenger, zodat de bolling in het zeil van achteruit te regelen is) zet ik zonodig iets losser of strakker.
    
    
    Als het nodig is kan het drie keer zo snel, en met een draai om z’n as, door de helmstok te laten zweven of zelfs buiten boord te leggen. Dan is het wel keihard werken. Vooral ’s winters ga ik nogal eens op die manier door de wind, want dat levert dan even wat extra lichaamswarmte op. In dit voorbeeld gaan de zeilen van bak- naar stuurboord (van links naar rechts).